Acupunctuur is een van de belangrijkste pijlers van de Oost Aziatische Geneeskunde. Het vormt vaak de basis van alle opleidingen op dit gebied. Toch ontbreken in het huidige onderwijs belangrijke elementen van de kunst van acupunctuur. Dit komt ten dele door sociale en politieke ontwikkelingen in de meer recente geschiedenis van Oost-Azië. Hierdoor zijn belangrijke aspecten van het prikken verloren gegaan.
Wanneer we echter de acupunctuur klassieken als de Neijing en de Nan Jing lezen en de talloze commentaren door de eeuwen heen, zien we dat acupunctuur veel meer is dan een mechanische handeling van het inbrengen van een naald op een specifiek punt.
Alleen al in het eerste hoofdstuk van de Ling Shu wordt duidelijk hoe belangrijk de staat van de beoefenaar is als het om acupunctuur gaat. Er wordt benadrukt dat de beoefenaar in een staat van stilte moet zijn en vol aandacht voor de subtiele dynamiek van de Qi. Zowel voor het actuele prikken, als wel gedurende de handeling als wel na het zetten van de naald, dient de beoefenaar aanwezig te zijn en nauwkeurig de dynamiek van de Qi te observeren.